De officiële intocht van Sisi in Wenen.
Op de volgende morgen, 23 april, ontwaakte Sisi na een rusteloze nacht, de eerste nacht waarin soldaten haar deuren bewaakten, om gravin Esterhazy bij haar bed te vinden met een stapel papieren, getiteld ,Verordening voor het ceremonieel van de openbare intocht in Wenen van hare koninklijke hoogheid, prinses Elisabeth'. Het was niet een stuk dat achteloos over het hoofd kon worden gezien, want elke regel moest ze uit haar hoofd leren tot ze haar rol in het traditionele schouwspel van een Habsburg-huwelijk kon dromen.
Het was een grauwe, deprimerende ochtend en ondanks dat de keizer haar verzekerde, dat het volk van Wenen haar slechts behoefde te zien om even wanhopig verliefd te worden op haar als hij, en de bewonderende blikken, die van alle kanten op haar geworpen werden, was Elisabeth koortsig en trilde zij van nervositeit, toen ze in het gesloten rijtuig stapte, waarmee zij en haar moeder naair het Augarten-paleis moesten rijden, het oude Favorita-kasteel, waar het sedert de dagen van Maria Theresia gebruikelijk was dat de bruid van de keizer de laatste hand legde aan haar toilet, alvorens in de staatsiekoets te stijgen voor de openbare intocht in Wenen.
Elisabeth mocht dankbaar zijn, dat het haar moeder was en niet de aartshertogin die haar op deze rit vergezelde, want haar moeder wist hoe alschuwelijk ze het vond om aangestaard te worden en hoe bang ze was voor grote verzamelingen mensen. In de prachtige slaapkamer van het Favorita-slot, die getuige was geweest van de tranen van zoveel ongelukkige Habsburgbruiden, hield Elisabeth, die zoveel gelukkiger was dan menige van haar voorgangsters, het niettemin niet langer vol en begon onbeheerst te snikken in haar moeders armen. Alle opgekropte emoties van de algelopen dagen barstten los. Misschien besefte de hertogin, dat ze nu eerder streng dan toegeeflijk moest optreden, dat ze op de trots van haar dochter moest werken door haar eraan te herinneren, dat zij de tweeëntwintigste Wittelsbachsbruid was die de drempel van de Hofburg overschreed en dat zij zich daarom even her moest gedragen als haar vooronders. Wat er ook gezegd werd, het had in ieder geval succes, want Elisabeth kwam kalm en sereen uit het paleis in haar roze en zilveren gewaad, geborduurd met rozen, haar kastanjebruin haar hoog opgemaakt onder haar diamanten kroon. Trots steeg ze in de glazen koets, waarvan de panelen beschilderd waren door Rubens en de wielen ingelegd met goud. Hierin zou ze door de hoofdstad rijden, getrokken door acht schimmels van het beroemde Lipizzaner ras, geëscorteerd door postillons en voorrijders in goud en zwart en pages en kamerheren in scharlakenrood en wit. ,,ik sta te kijk als een monstresiteit in het circus," mompelde zij tegen haar moeder en de brave hertogin fronste, want dit was nu weer zo'n onbetamelijke opmerking, die haar eraan herinnerde hoezeer Elisabeth op haar vader leek.
"Ein Märchenprinzessin!" was het algemene oordeel van de geestdriftige mensenmenigte, die telkens weer het cordon van soldaten en politie verbrak om haar beter te kunnen zien of een lieflijke glimlach op te vangen. Voorafgegaan en gevolgd door alle dignita-rissen van het keizerrijk, reed de staatsiekoets langzaam over de nieuwe brug, die van nu al aan bekend zou staan als de Elisabethbrug. Hier verwelkomde een groepje van de mooiste Weense meisjes, allen gekleed in het wit, de bruid met een regen van roze-blaadjes. Voort naar de kathedraal, net op het uur dat de klokken luidden voor de zondagsmis, en de Graben op, die vol bloemen was en waar de fonteinen wolken van fijne druppeltjes verspreidden. Vervolgens naar de Kohlmarkt, die zo vol was, dat de koets slechts met een slakkengang verder kon rijden, terwijl het detachement lansiers, opgesteld langs de route, niet bij machte was de opdringende mensenmenigte tegen te honden. Maar eindelijk kwam er een eind aan Elisabeths beproeving. Tegenover haar stond het hoge bordes van de Holburg en de keizer wachtte haar op de drempel. Maar net toen ze uit het rijtuig wilde stappen, stootte de diamanten tiara tegen het portier en leek gevaar te lopen af te vallen. De keizer, die zich hel incident met zijn grootmoeder herinnerde, werd doodsbleek. Met een charmant en moeiteloos gebaar slaagde zij er echter in, de kroon vast te houden. Ze gaf Franz Joseph haar hand en schreed het paleis binnen, terwijl de; soldaten op de Josefsplatz een welkomstfanfare bliezen en de kreet ,Lang leve onze keizerin!' uit duizend kelen weergalmde.
Foto uit: Sissi. The tragic empress
The story of Elisabeth of Austria
Ludwig Merkle
Tekst uit verschillende boeken